PROBLEEMSTELLING
Vroeger hadden woningen enkel glas, een beperkte isolatie en heel wat kieren en spleten langs waar op natuurlijke wijze heel wat lucht binnen en buiten kon. Testen hebben aangetoond dat woningen tot meer dan 2 keer per uur volledig verlucht werden. Dit wil zeggen dat het totale volume van de woning meer dan 2 keer per uur werd vernieuwd. Het nadeel hiervan was natuurlijk dat al de verse buitenlucht hierbij steeds weer verwarmd moest worden. Met hoge verwarmingskosten tot gevolg. De energie nodig om deze warmte op te wekken is ten gevolge ook zeer hoog.
Sinds enkele jaren gaan we steeds bewuster om met onze energie. We trachten allen onze ecologische voetafdruk zo klein mogelijk te maken. Woningen worden steeds beter geïsoleerd, voorzien van dubbele beglazing. En hierbij worden kieren en spleten luchtdicht gemaakt. Een moderne woning heeft veel minder warmteverliezen, soms zelfs tot minder dan de helft van de warmtevraag vergeleken met een oudere woning met dezelfde omvang.
GEVOLG: HUIZEN WERDEN POTDICHT GEÏSOLEERD, WAT NEFAST IS VOOR HET BINNENKLIMAAT.
GEZOND WONEN
De aanvoer van frisse lucht en de afvoer van vervuilde lucht is dus nodig om een gezond, vochtgeregeld binnenklimaat te creëren. De ramen openzetten volstaat niet. Het effect is van tijdelijke aard en kost te veel energie. Een continue en gecontroleerde ventilatie is de enige juiste manier om een gezond binnenklimaat te verkrijgen.
Sinds januari 2006 is, volgens de EnergiePrestatie Regelgeving, een ventilatiesysteem in een Vlaamse nieuwbouwwoning verplicht. De wet schrijft echter niet voor hoe er geventileerd moet worden. Wel legt de Belgische norm NBN D 50-001 de minimaal geëiste ontwerptoevoer- en ontwerpafvoerdebieten vast. Om het minimaal geëiste ontwerptoevoerdebiet in droge ruimten (woonkamer, slaapkamer, studeerkamer enz.) en ontwerpafvoerdebiet in natte ruimten (keuken, badkamer, wasplaats, toilet ) te bepalen, geldt in principe de algemene regel van 3,6 m³/h per m² vloeroppervlakte van de ruimte.